25:1 | Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide: |
25:2 | Heerschappij en vreze zijn bij Hem, Hij maakt vrede in Zijn hoogten. |
25:3 | Is er een getal Zijner benden? En over wien staat Zijn licht niet op? |
25:4 | Hoe zou dan een mens rechtvaardig zijn bij God, en hoe zou hij zuiver zijn, die van een vrouw geboren is? |
25:5 | Zie, tot de maan toe, en zij zal geen schijnsel geven; en de sterren zijn niet zuiver in Zijn ogen. |
25:6 | Hoeveel te min de mens, [die] een made is, en des mensen kind, [die] een worm is! |